Westmalle brouwt met oog voor de toekomst
De poort van de abdij van Westmalle gaat maar weinig open. Toch heeft zich erachter een bijzonder proces voltrokken. Bijna in stilte is hier één van de modernste brouwerijen van Europa gerealiseerd. Niet om persé veel meer bier te kunnen brouwen. Eerder om de kwaliteit ervan ook voor de komende decennia te garanderen. ‘Wij zijn geen trendvolgers, maar staan voor traditie’, verwoordt Broeder Benedikt het hier geldende credo.
Het is een mooi contrast. De rustig pratende Broeder Benedikt in pij, geflankeerd door de paar mannen die het bier van ‘zijn’ abdij buiten de poort verkopen. Brouwerijdirecteur Philippe van Assche, verkoopdirecteur Guido Bastiaensen die net deze ochtend met supermarktketen Colruyt om tafel zat en adviseur Robert van Hooydonck. Uit Nederland is Rudy van Haperen present. De directeur van Drankenhandel Wauters uit het Zeeuwse Hulst importeert met zijn bedrijf al zeker dertig jaar de twee bekendste bieren die hier binnen de kloostermuren worden gebrouwen, Westmalle Dubbel en Tripel. Klassiekers en behorend tot de bekendste bieren in hun segment. Hij is een belangrijke partner voor de abdij die officieel door het leven gaat als de Abdij Onze-Lieve-Vrouw van het Heilig Hart. Ongeveer een kwart van het bier dat hier wordt gebrouwen gaat naar Nederland.
Hier aan tafel komen de commerciële en de geestelijke wereld samen. De partij die het bier brouwt en verkoopt versus de beminnelijke broeder die zegt: ‘Wij streven niet naar winstmaximalisatie. Ons leven in de abdij mag niet overheerst worden door de handelsactiviteiten van daar buiten. De rust mag niet geschaad worden.’ Om er aan toe te voegen: ‘Natuurlijk snappen we dat er bij de verkoop van ons bier ook commerciële belangen zijn maar wij denken dat er een goed evenwicht is gevonden. Natuurlijk is het een gezond spanningsveld’, voegt hij er lachend aan toe. Op de foto wil de broeder liever niet. De indruk die dat zou kunnen wekken, alsof hier een monnik wordt ingezet om bier aan te prijzen, moet absoluut vermeden worden. Het is bijna een erecode, ook onder zijn collega-trappisten.
Verse hopblaadjes
Eerder op de dag heeft een rondleiding door de brouwerij duidelijk gemaakt dat Westmalle, zoals dat heet, klaar is voor de toekomst. Het bleek een uniek kijkje in de keuken die normaal gesproken gesloten blijft voor buitenstaanders. Rondleidingen worden hier niet gegeven. Om het leven van de bewoners binnen de kloostermuren zo min mogelijk te verstoren. Hoeveel er geïnvesteerd is, wordt niet bekend gemaakt, maar dat het een substantieel bedrag is geweest, is wel duidelijk. Broeder Benedikt zegt dat in dit soort situaties duurkoop uiteindelijk goedkoop betekent. ‘Dit is echt voor de lange termijn gebouwd.’
Het hele proces werd zeker vijftien jaar geleden al ingezet. Met de volledige vernieuwing van de bottellijn. Daarna waren de lager-ruimtes aan de beurt. In een forse en volledig geklimatiseerde hal staan in het schemerlicht continu tussen de 120.000 en 130.000 kratten ‘jong’ bier te wachten tot ze de poort uit mogen. Deze rijping is essentieel om tot een kwaliteitsbier te komen. Als de flesjes zijn afgevuld krijgen ze hier nog minstens drie weken de tijd om optimaal op dronk te komen dankzij de na-vergisting op de fles. Pas dan mogen ze de poort uit.
Het sluitstuk van de enorme verbouwing werd eind 2016 afgerond met de ingebruikname van de nieuwe brouwzaal. De oude koperen ketels die decennialang werden gebruikt staan er nog, maar zijn inmiddels buiten gebruik. Ze contrasteren in kleur en omvang met de roestvrijstalen exemplaren die de brouwfunctie hebben overgenomen. Inclusief een nieuwe hopafscheider – ‘nee, liever niet op de foto zetten’ – waarmee op enig moment in het brouwproces de hopblaadjes van het bier worden gescheiden. Stapten veel brouwerijen de laatste jaren over naar hoppallets of hopsiroop om hun bier te maken, Westmalle houdt vast aan het gebruik van verse, gedroogde hop. Duurder dan de alternatieven maar ook hiervoor geldt; Alleen het beste is goed genoeg voor ons bier.
Dankzij de doorgevoerde modernisering is het brouwproces sterk geautomatiseerd en kan de productie bovendien met gemak verhoogd worden. Nu wordt er jaarlijks 130.000 hectoliter gebrouwen. 70% daarvan is Tripel, 30% Dubbel. ‘Maar dat is niet het doel geweest van onze investering’, zegt Broeder Benedikt. ‘Kwaliteit in al zijn aspecten is voor ons het belangrijkst.’ Niet alleen moet de kwaliteit van het bier goed zijn, ook de omstandigheden waaronder het gebrouwen wordt moeten optimaal zijn. Het welzijn voor de medewerkers is belangrijk. ‘We werken ook niet in ploegendienst om personeel af te jagen. En de inpakmachines van de kratten hebben bijvoorbeeld een andere kleur gekregen dan degene die standaard was. Omdat het dan leuker werken is.’
Biertrends
Broeder Benedikt mag dan al 37 jaar een leven leiden dat door menigeen als traditioneel zal worden omschreven, hij is volledig bij de tijd. De smartphone onder zijn pij trilt af en toe. Verantwoordelijk als hij ook is voor het gastenverblijf van de abdij is deze vorm van bereikbaarheid simpelweg erg handig. Ook internet helpt hem de ontwikkelingen buiten de abdijmuren goed te volgen. En natuurlijk krijgt de tot architect opgeleide broeder zo ook mee dat de bierwereld sterk is veranderd de laatste jaren. Nieuwe bierlanden en bierstijlen werden razend populair. En bedreigden de positie van erkende klassiekers in bierland bij uitstek België. ‘De Westmalle tripel is al die jaren gestaag door blijven groeien, maar de omzet van de Dubbel heeft wel een tikje gehad’, erkent Van Haperen. Natuurlijk denkt hij commercieel. En weet zeker dat een eenmalig gebrouwen IPA Tripel of anders een hout-gelagerde Westmalle variant zou verkopen als een tierelier. En als dat geen optie is, waarom dan niet eens inspelen op die ene langgekoesterde wens vanuit de horeca, de tripel afvullen op fust? Een commerciële inkopper. Toch wordt ook die wens niet gehonoreerd. De kwaliteit van het bier dat uiteindelijk in de bokaal wordt getapt kan volgens de monniken simpelweg niet voldoende gegarandeerd worden.
‘Wij zeggen, niets veranderen’, aldus Broeder Benedikt. ‘Natuurlijk kunnen we meebewegen met de markt. Maar heb je sommige van die nieuwe bieren wel eens geproefd? Die zijn zo bitter dat ze bijna ondrinkbaar zijn. Wij zijn standvastig en blijven trouw aan onze formule. Als je lang genoeg wacht, word je vanzelf weer populair. Wij zijn geen trendvolgers. Trends zijn ook moeilijk voorspelbaar. Het is beter jezelf te blijven. Alleen dan bouw je aan je traditie.’
Het commerciële kwartet aan tafel kent die filosofie van de abdij natuurlijk. Maar toch wringt het wel eens. De wetenschap dat er met gemak meer bier verkocht zou kunnen worden dan nu het geval is. Winstmaximalisatie mag dan niet het streven zijn van hun opdrachtgever, uiteindelijk heeft ook de abdij geld nodig. Voor verbouw en onderhoud aan het immense gebouw bijvoorbeeld. Maar ook om de goede doelen te bekostigen die de abdij ondersteunt. En er gaat veel geld naar een zusterklooster in Afrika. Een deel van de in totaal 36 monniken die in de abdij van Westmalle wonen en werken is hiervan ook afkomstig. Tijdens de Noen, de middagkerkdienst die wordt bijgewoond, zijn ze makkelijk herkenbaar. In hun witte pijen en bijna zwarte huidskleur.
Exclusieve Extra
Trappistenbier en commercie. Het blijft een ongemakkelijke verhouding. Broeder Benedikt zwijgt erover, maar zijn gezicht spreekt boekdelen. Sommige reclame-uitingen zijn simpelweg onacceptabel om het bier aan te prijzen. Maar zou hij dan het biermerk ook niet in willen zetten om zijn gekoesterde manier van een leven in dienst van God onder de aandacht van een breder publiek te brengen? Hij denkt even na voordat hij antwoord geeft. ‘We zijn voorzichtig met het uitdragen van onze boodschap en nogmaals, we willen niet dat een monnik wordt gebruikt om het bier aan te prijzen.’
Zijn favoriete Westmalle bier dan? ‘De Dubbel en Tripel zijn lekker op een mooie namiddag. Met mate natuurlijk. De Extra is meer een lekkere dorstlesser.’ De Extra. De naam is al vaker gevallen deze dag. De bewoners van de abdij mogen dan niets willen weten van nieuwe bieren of eenmalige trendy brouwsels, er is al een bier in huis waar door de commerciële kant van de brouwerij begerig naar gekeken wordt. Net als de Dubbel en Tripel beschikkend over een rijke historie. En met een verhaal. Dit is het zogeheten refterbier dat vooral bedoeld is als smakelijke dorstlesser voor de abdijbewoners zelf. De liefhebber die het er voor over heeft kan zich op vrijdagochtend melden aan de poort om een kratje te kopen. Het is, kortom, exclusief. Precies dé eigenschappen die de Extra begeerlijk maakt voor een groter publiek. Bovendien past het in de biertrend van dit moment, veel smaak en weinig alcohol. Extra heeft alle kenmerken van de bekende Westmalle Tripel, en bevat toch maar net iets meer dan de helft van het alcoholpercentage, 9,5% tegenover 4,8%. De wens om ‘meer’ met het bier te gaan doen is inmiddels ook bij de Raad van Bestuur terecht gekomen. Elf keer per jaar vergadert dit gezelschap, dat bestaat uit vertegenwoordigers van zowel de abdij als de brouwerij en enkele mensen van daarbuiten, over kwesties die voor de brouwerij van belang zijn. ‘We kijken er naar’, is alles dat Broeder Benedikt er over zegt.
Café Trappisten
Gelukkig is het ook te drinken in het Café Trappisten, aan de overkant van de weg, tegenover de brouwerij. De bekende uitspanning werd een paar jaar geleden ook volledig opnieuw gebouwd. Het wordt commercieel uitgebaat, maar één van de broeders in de abdij tekende voor het ontwerp en de abdij is ook pandeigenaar. Verkoopdirecteur Guido Bastiaensen kijkt tevreden in het rond. Het is maandagmiddag en simpelweg druk. Binnen én buiten. Voor hem staat een ‘verse’ bokaal met Extra, ernaast een schaaltje eveneens in de abdij gemaakte kaas. ‘Men zegt dat onze bieren hier net iets anders smaken. Dat kan. De bevoorrading vindt rechtstreeks plaats vanuit de brouwerij. Het vervoer is dus minimaal. Hoeveel we hier verkopen, herhaalt hij de vraag. ‘Veel’, lacht hij. 1 procent van de jaarproductie van Westmalle gaat hier over de toog.’ En ja, dat mag gerust een flinke hoeveelheid bier worden genoemd.
De drie van Westmalle
De bieren van Westmalle mogen zich officieel Trappistenbier noemen. Het betekent dat ze zijn gebrouwen worden binnen de muren van een nog actieve abdij gemaakt onder toezicht van de monniken zelf. Een aantal andere bieren met dit predicaat zijn Chimay, Rochefort, Achel, Westvleteren, La Trappe en Zundert. Er worden bij Westmalle in totaal drie bieren gebrouwen waarvan de Dubbel en de Tripel het meest bekend zijn. Westmalle Dubbel is roodbruin van kleur en bevat 7 % alcohol. Het is lichtzoet van smaak, met fruitige toetsen van abrikoos. De Westmalle Tripel bevat 9,5% alcohol. De smaak is ronduit stevig. Scherp in de aandronk, waarna een lichte zoetheid en fraai hopkarakter naar voren komen. De Extra wordt maar mondjesmaat gebrouwen. Dit bier heeft de smaakkenmerken van de Tripel, maar beschikt over de helft van de alcohol, 4,8%.
Voor Misset Horeca, september 2017
Deel dit bericht